Overdracht en tegenoverdracht

“Ik wist het zeker, dit was dé ideale vrouw. Ik wist het heel zeker, ik zag het en ik voelde het toch? Ze maakte immers met allerlei kleine signalen heel goed duidelijk dat ze om me gaf, dat ik speciaal voor haar was, dat ik anders was dan al haar andere cliënten. Natuurlijk durfde zij dit niet hardop te zeggen tegen mij. Dat hoorde niet in verband met haar beroep, dat hoorde niet als therapeut, maar ik zou er wel voor zorgen dat het goed kwam. Ik wist precies wat zij wilde, ik voelde het aan alles. Ik leek wel verliefd. Ik dacht iedere dag aan haar en stuurde regelmatig een sms of maakte een nieuwe afspraak met haar, als ik maar bij haar kon zijn.”

Bovenstaande is een duidelijk voorbeeld van overdracht. Dit verschijnsel is iets wat voorkomt binnen een relatie tussen cliënt en therapeut. Ik vind het daarom belangrijk om er een stukje over te schrijven zodat je overdracht en tegenoverdracht kunt herkennen bij je cliënt of bij jezelf. Omdat ik psychosociaal therapeut ben schrijf ik over ‘cliënt,  therapeut en therapie’, je kunt dit lezen als resp. ‘coachee, coach en coachingstraject’.

Overdracht en tegenoverdracht

Wanneer therapeut en cliënt samen aan de slag gaan, ontwikkelen beiden gevoelens naar elkaar toe. Sommige gevoelens hebben met de actualiteit te maken, met het ingebrachte probleem. Andere gevoelens hebben zijn meer te maken met het verleden van cliënt en/of therapeut. De gevoelens van cliënt naar therapeut noemen we overdrachtsgevoelens: de cliënt ervaart de therapeut zoals hij belangrijke personen uit zijn verleden ervoer in vergelijkbare (spanningsvolle) situaties. De gevoelens van therapeut naar de cliënt noemen we tegenoverdracht.

Overdracht

Overdracht noemen we het (onbewust) overdragen van oude gevoelens door de cliënt op de therapeut of diegene waarvan de cliënt in zekere mate afhankelijk is. Overdracht is er eigenlijk altijd en mag er zijn. Bewust geworden overdracht kan een zinvol veranderingsproces in gang zetten bij een cliënt.

Positieve overdracht:

  • De projectie van een reddersbeeld;  een ideale vader of moeder of een andere autoriteit
  • Positieve overdracht ontstaat op grond van prettige emoties zoals veiligheid, zorg, aandacht, bewondering, verliefdheid of blijdschap.  Deze gevoelens ontstaan doordat de therapeut iets vertegenwoordigt waar de cliënt behoefte aan heeft

Negatieve overdracht:

  • De projectie van een minder ideaal of zelfs slecht beeld; elk minder sympathieke verschijningsvorm van ouders of vroegere autoriteiten
  •  Negatieve overdracht ontstaat op grond van minder prettige emoties als: afwijzing, vernedering, angst, eenzaamheid, woede. Deze gevoelens ontstaan doordat de therapeut iets vertegenwoordigd waardoor de cliënt zich weer hetzelfde voelt als vroeger

Een groot gevaar bij niet-professionele of te weinig ervaren therapeuten,  is het niet voldoende (her)kennen van de overdracht en daarom gehoor geven aan de wensen van de cliënt: ten allen tijden laten bellen, sms-en, appen,  tussendoor laten langskomen, thuis uitnodigen etc. De therapeut dient zich dan af te vragen of er nog sprake is van een professionele therapeutische relatie? Diverse onderzoeken hebben immers uitgewezen dat de therapeutische relatie an sich belangrijker is voor het wel of niet slagen van de behandeling, als de methodieken die de therapeut gebruikt! “Een goede therapeutische relatie wordt gekenmerkt door maximale toenadering met behoud van distantie. Distantie (afstand) en betrokkenheid (nabijheid) is een aloud spanningsveld in de hulpverlening. Als je in balans bent tussen deze twee uitersten dan vind ik dat je professioneel betrokken bent”.

Tegenoverdracht 

We spreken van tegenoverdracht als de therapeut, in zijn/haar functie als autoriteit, eigen oude (kind)gevoelens overdraagt op de cliënt. Het is helaas nog steeds het meest onderschatte verschijnsel in therapie en  is één van de meest voorkomende oorzaken van haperingen in het therapeutisch proces. Een therapeut die zich niet bewust is van zijn/haar tegenoverdracht is niet effectief werkzaam. Hij/zij is dan onbewust in het gesprek bezig om te proberen iets te herstellen wat in vroegere belangrijke relaties verkeerd ging, of hij/zij reageert onbewust op de overdracht van de cliënt.

Tegenoverdracht is herkenbaar aan een aantal signalen: 

  • Het gesprek loopt vast
  • Er ontstaat onenigheid
  • De therapeut heeft het gevoel dat de cliënt de baas is in het gesprek
  • Er is geen dialoog meer mogelijk; de therapeut is alleen aan het woord of de cliënt is de enige die aan het woord is
  • De therapeut heeft het gevoel dat hij de cliënt moet overreden, etc.

Bewust geworden tegenoverdracht kan de professionaliteit van de therapeut vergroten. De eigen ui pellen, bewustwording, zelfreflectie, communicatie, geeft zelfkennis. Zelfkennis maakt de therapeut completer en bewuster van zijn/haar eigen beroepsmatig handelen.